verloop

Gargon wordt gespeeld in de richting van de klok.
Uitspelen:
De startspeler kiest 1, 2, of 3 kaarten uit zijn hand en legt deze met de achterkant naar boven voor zich neer. Alle kleurcombinaties zijn toegestaan. Hij mag echter niet 3 gelijkgekleurde kaarten spelen.
De volgende speler moet net zoveel kaarten neerleggen of passen. Als hij past, neemt hij naar keuze 1, 2 of 3 kaarten van één van de waaiers.
Als hij besluit kaarten neer te leggen, moet hij net zoveel kaarten neerleggen in dezelfde kleurverhouding als de startspeler. De preciese kleuren mag hij zelf kiezen. Bijvoorbeeld: de startspeler speelt twee gele en een groene kaart. Dan kan de volgende speler twee rode en een gele kaart spelen. De laatste speler mag alleen kleuren spelen die al gespeeld zijn.
Waardering:
Als elke speler heeft gespeeld of gepast, volgt de waardering. De gespeelde kaarten worden opengedraaid. De kaarten worden per kleur met elkaar vergeleken. Als een speler twee kaarten in dezelfde kleur heeft gespeeld, wordt eerst de kaart met de hoogste waarde genomen. De kaart met de hoogste waarde wint. Deze speler legt deze kaart voor zich neer. Deze kaart telt later mee met de eindafrekening. De andere spelers leggen hun kaart op de aflegstapel en trekken een nieuwe kaart van één van de waaiers en nemen deze op hand.
Als er geen kaarten meer open liggen, wisselt de startspeler en een nieuwe ronde begint.