intro
De spelers bouwen een landschap met weilanden en proberen een zo groot mogelijke kudde in hun spelerskleur in een afgesloten weiland te verkrijgen.
materiaal
een heleboel tegels, 1 zakje en voor elke speler: een tegel met 4 schapen in zijn spelerskleur
begin
Elke speler trekt een gedekte tegel met daarop een wei met een herder en vier schapen in een spelerskleur, die hij bekijkt en gedekt voor zich legt.
In het midden wordt de starttegel open neergelegd. Deze tegel toont een stuk van een dorp met een bron.
Elke speler trekt 4 tegels uit de zak, die hij voor zijn medespelers verborgen houdt. De tegels zijn tweezijdig bedrukt met stukjes wei met schapen. De afzonderlijke weilanden worden door hekken van elkaar gescheiden en elk stukje wei bevat slechts schapen in één spelerskleur. Sommige afbeeldingen tonen ook een stuk dorp of een stuk bos.
verloop
In zijn beurt neemt de speler een tegel uit zijn hand en plaatst deze passend, met minstens één zijde aan de reeds open liggende tegels. De aangelegde tegel mag elke kleur schapen bevatten. Door het aanleggen mogen nooit schapen met een verschillende spelerskleur in een stuk weiland belanden. De speler mag net zoveel tegels uit de zak trekken, als het aantal tegels dat grenst aan de net aangelegde tegel.
Een speler mag de beurt van een medespeler onderbreken om één van de volgende acties uit te voeren:
- Wolf plaatsen: Een wolf moet grenzen aan bos. Alle weilanden die direct aan dit bos grenzen worden niet meer meegeteld.
- Jager plaatsen: Een jager moet ook grenzen aan bos. Alle weilanden die direct aan dit bos grenzen zijn beschermd tegen de wolf. Een jager kan ook op een reeds liggende wolf worden gelegd.
- Kleur bekennen: de speler legt zijn gedekte tegel open neer. Zijn medespelers weten nu welke spelerskleur hij bezit. Hij mag de tegel aanleggen en nog een extra tegel plaatsen.
- Passen: Zodra een speler past, mag hij niet meer meespelen. De eerste speler die past ontvangt een aantal bonuspunten. Het aantal bonuspunten dat verkregen kan worden, neemt af naarmate men later past dan zijn medespeler(s).
De speler die aan de beurt was, mag zijn beurt nu beëindigen.
eind
Het spel eindigt als alle spelers gepast hebben. De spelers tellen het aantal schapen in hun grootste kudde. Deze kudde moet zich bevinden in een afgesloten weiland. Hierbij worden nog de eventuele bonuspunten bij opgeteld. De speler met de meeste punten is de winnaar. Bij gelijke stand wint de speler met de grootste tweede kudde, etc.
strategie
Aan het begin van het spel kun je door het leggen van je tegel aan meer dan één tegel, meer tegels verkrijgen. Zo vergroot je je keuzemogelijkheid. Als de zak eenmaal leeg is, kun je geen tegels meer verkrijgen.
Snel passen levert je een aanzienlijke bonus op.
Het is altijd handig een tweede kudde achter de hand te hebben. Een gelijke stand is eerder regel dan uitzondering.
waardering van andere sites
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 6.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 6. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 6 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]
varianten
Het bepalen van de eindstand:
Om de winnaar te bepalen wordt de som van de bonus en het aantal schapen in de grootste kudde in een spelerskleur vermenigvuldigd met het aantal kuddes in die spelerskleur. De speler met de meeste punten is de winnaar van het spel.