intro
De spelers proberen hun zuilen zo hoog mogelijk in de villa neer te zetten. Maar pas op dat het bouwwerk niet instort!
materiaal
1 grondplaat, 1 haakje, 1 bouwmeesterzegel, 5 verdiepingen in verschillende grootte en voor elke speler: 5 zuilen in zijn spelerskleur
begin
Alle zuilen worden willekeurig op de grondplaat gezet. Vervolgens wordt de blauwe verdieping hier bovenop gelegd. De jongste speler gooit met de zegel om zijn kleur te bepalen. De overige spelers kiezen kloksgewijs hun kleur uit.
verloop
Een speler mag in zijn beurt één zuil in zijn spelerskleur van een lagere verdieping nemen en op de bovenste verdieping plaatsen. Bij het wegnemen van een zuil gelden de volgende regels:
- hij mag beide handen gebruiken;
- hij mag gebuik maken van het haakje;
- hij mag de verdieping tegenhouden;
- hij mag geen andere zuilen verplaatsen.
Bij het plaatsen van een zuil gelden de volgende regels:- hij mag de verdieping niet tegenhouden;
- de zuil moet altijd helemaal op de verdieping staan, met uitzondering van de bovenste.
Als de speler merkt dat hij de zuil niet kan wegnemen, zonder dat de boel omkiepert, dan moet hij de zuil terugzetten en is zijn beurt voorbij. Deze zuil mag de rest van het spel niet meer weggenomen worden.
Als de speler bij aanvang van zijn beurt aangeeft dat hij geen zuil meer kan wegnemen, kunnen zijn medespelers protest aantekenen: Lukt het een medespeler een zuil in de betreffende spelerskleur weg te nemen en op de hoogste verdieping te plaatsen, dan wordt deze zuil uit het spel verwijderd. De beurt gaat nu naar de volgende speler. Lukt het de medespeler niet, dan mag de speler een zuil van de protesterende medespeler wegnemen. Tekenen zijn medespelers geen protest aan, dan mag de speler een nieuwe verdieping plaatsen. De volgorde hierbij is: (blauw,) groen, geel, oranje, rood.
De speler die de meeste punten op de hoogste verdieping heeft staan ontvangt de bouwmeesterzegel. Hierbij heeft de dikste, ronde zuil waarde 3, de zeskantige zuil waarde 2 en de dunne ronde zuilen zijn 1 punt waard. Verkrijgt een medespeler meer punten op de bovenste verdieping, dan ontvangt hij de bouwmeesterzegel. De bouwmeesterzegel wordt altijd zo neergelegd, dat de kleur van de vorige eigenaar naar boven wijst.
eind
Het spel is afgelopen als het bouwwerk instort of als niemand meer een zuil kan verplaatsen. De speler met de bouwmeesterzegel is de winnaar, tenzij hij het bouwwerk liet instorten. Dan wint de speler wiens kleur door de bouwmeesterzegel wordt aangegeven.
strategie
Bij het plaatsen van een verdieping zorg je ervoor dat het plateau op zo min mogelijk eigen zuilen komt te staan.
Probeer te voorspellen welke speler de volgende verdieping mag plaatsen en zet je zuilen zo dicht mogelijk bij hem in de buurt.
waardering van andere sites
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 7.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 7. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 7 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]
varianten
Voor twee en drie spelers zijn de regels wat aangepast:
2 spelers: Elke speler speelt met twee kleuren. De punten van beide kleuren tellen mee bij het bepalen van de eigenaar van de bouwmeesterzegel.
3 spelers: Het spel wordt gespeeld met 20 zuilen. Eén kleur is neutraal. Zodra een nieuwe verdieping is geplaatst, moet elke speler eerst een neutrale zuil verplaatsen, voor hij een zuil in zijn eigen spelerskleur mag zetten. Op elke verdieping moet minstens één neutrale zuil achterblijven.