materiaal
1 spelbord, 1 grondplaat en voor elke speler: 6 schijven met een O en 6 schijven met een T.
De spelers proberen ieder voor zich als eerste hun naam (TOOT of OTTO) op een rij te krijgen.
1 spelbord, 1 grondplaat en voor elke speler: 6 schijven met een O en 6 schijven met een T.
Het spelbord heeft een rooster van 6 × 4 velden. Dit spelbord wordt op de grondplaat geklikt en tussen de spelers gezet.
De schijven tonen een letter: een O of een T. Elke speler ontvangt 6 schijven met een O en 6 schijven met een T.
De spelers zijn om en om aan de beurt. In zijn beurt kiest de speler één van de schijven uit zijn voorraad en laat de schijf vallen in een rij naar keuze. De schijf valt naar beneden, tot hij de bodem bereikt of landt op de bovenste schijf in de rij.
De speler die het eerst zijn naam (TOOT of OTTO) op een rij heeft staan (horizontaal, verticaal of diagonaal), is de winnaar van het spel.
vlaams spellenarchief | 3 / 4 |
| ||||||||
![]() | 6 / 9 |
| ||||||||
gemiddeld | 5 / 10 |
|
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 6.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 6. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 6 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]
Educatieve variant voor de allerjongsten: de speler laat de schijven op een willekeurige wijze in de rijen vallen. Als alle rijen zijn gevuld telt de speler hoe vaak de naam OTTO en hoe vaak de naam TOOT voorkomt.