intro
De spelers bieden om als eerste aan de beurt te zijn (of juist niet!). Hoe hoger het bod, des te hoger het totaal dat met de dobbelstenen moet worden gegooid. Als het lukt, heeft de speler de eerste keuze uit de openliggende kaarten.
materiaal
60 kaarten (onderverdeeld in 8 herdershondkaarten, 1 botkaart en 51 schaapkaarten), 6 biedkaarten, 25 wolfiches, 1 achtzijdige, 1 tienzijdige en 1 twaalfzijdige dobbelsteen en voor elke speler: 1 knijpertje.
begin
De kaarten worden geschud en als gedekte trekstapel neergelegd. De meeste kaarten tonen een schaap met linksboven het aantal punten dat de schaap waard is. Zwarte schapen tellen als minpunten!
De zes biedkaarten worden geschud. Elke speler ontvangt één biedkaart. De overgebleven biedkaarten worden niet gebruikt. Daarnaast ontvangt elke speler een knijpertje en twee wolfiches.
verloop
Wollie Bollie wordt gespeeld over verschillende ronden.
Aan het begin van elke ronde worden net zoveel kaarten van de trekstapel open neergelegd als er spelers zijn plus één. Vervolgens brengt elke speler met zijn knijpertje een geheim bod uit op zijn biedkaart. De spelers maken tegelijk hun bod bekent. De speler met het hoogste bod begint, hierna is de speler met het op één na hoogste bod aan de beurt, etc.
In zijn beurt werpt de speler de drie dobbelstenen en telt het aantal ogen. Dit wordt verhoogd of verlaagd met de eventuele bonus die rechtsboven op zijn bovenste, reeds verzamelde schaapkaart staat afgebeeld. De speler heeft drie pogingen om zijn bod te halen. De speler kan er na elke worp voor kiezen zijn totaal te verhogen door het inleveren van wolfiches. Per wolfiche wordt zijn totaal met één verhoogd.
- Als zijn totaal bij de eerste poging hoger of gelijk is aan zijn bod, mag de speler drie kaarten uit de open etalage kiezen. De beurt gaat nu naar de volgende speler.
- Als zijn totaal lager is dan zijn bod, legt de speler één dobbelsteen naar keuze terzijde en werpt de twee overgebleven dobbelstenen opnieuw. Als zijn totaal bij de tweede poging hoger of gelijk is aan zijn bod, mag de speler twee kaarten uit de open etalage kiezen. De beurt gaat nu naar de volgende speler.
- Als zijn totaal lager is dan zijn bod, heeft de speler nog één kans: hij legt één dobbelsteen naar keuze terzijde en werpt de overgebleven dobbelsteen opnieuw. Als zijn totaal bij de derde poging hoger of gelijk is aan zijn bod, mag de speler één kaart uit de open etalage kiezen. Als zijn totaal nog steeds lager is dan zijn bod, ontvangt de speler een wolfiche uit de voorraad. Is zijn totaal zelfs lager dan 14, dan moet hij tevens alle zwarte schapen uit de etalage nemen! De beurt gaat nu naar de volgende speler.
Als de etalage leeg is, gaan de volgende spelers met lege handen naar huis. Als er nog kaarten in de etalage liggen, hoeft de laatste speler niet meer te dobbelen: hij ontvangt alle kaarten uit de etalage! De spelers leggen hun ontvangen schaapkaarten op een open stapel voor zich neer. Eventuele Herdershondkaarten en het bot komen hiernaast te liggen. De speler met het bot ontvangt voor elke Herdershondkaart 4 punten. Zodra een speler een schaapkaart uit de etalage kiest met rechtsboven een afbeelding van een bot, dan verhuist het bot naar deze speler.
eind
Het spel eindigt als de laatste kaarten van de trekstapel zijn verdeeld. De spelers tellen de punten van hun verzamelde kaarten. De speler met de meeste punten is de winnaar van het spel.
waardering van andere sites
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 7.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 7. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 7 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]