verloop

Aan het begin van het spel worden de twee bovenste avontuurkaarten in een open etalage neergelegd. Het spel wordt gespeeld in verschillende rondes. Elke nieuwe ronde wordt de etalage aangevuld tot twee kaarten.
Nadat elke speler twee magische energie heeft gekregen (door de pijlkaart op zijn magieteller overeenkomstig te verplaatsen), legt elke speler zijn tovenaarskaart naast één van de openliggende avontuurkaarten, te beginnen met de startspeler. Een speler mag ook passen, en ontvangt daarvoor een extra Magiepunt.
De avontuurkaarten zijn onderverdeeld in de volgende soorten:

• Toverspreuk: Als naast een toverspreuk slechts één tovenaar ligt, dan gaat deze speler het avontuur alleen aan. Als meer dan één tovenaar voor dit avontuur heeft gekozen, wordt de toverspreuk geveild: de speler die de meeste magische energie inzet, verkrijgt de spreuk en legt deze open voor zich neer. Met een toverspreuk kan een speler extra overwinningspunten of magische energie verkrijgen.
• Energie-bol : Elke tovenaar die voor dit avontuur heeft gekozen, ontvangt de afgebeelde magische energie.
• Heilige Stätte: Elke tovenaar die voor dit avontuur heeft gekozen, ontvangt het afgebeelde aantal overwinningspunten en een artefaktkaart van de dichte stapel in zijn hand.
• Monster: Als meer dan één tovenaar voor dit avontuur heeft gekozen, kunnen de spelers besluiten de buit te verdelen of het komt tot een krachtmeting. De krachtmeting verloopt in de vorm van een veiling: de speler die de meeste magische energie inzet, mag het monster verslaan. De speler moet de afgebeelde magische energie inleveren, en ontvangt het afgebeelde aantal overwinningspunten. Indien één van zijn openliggende artefaktkaarten hetzelfde symbool toont als het verslagen monster, ontvangt de speler de afgebeelde magische energie of overwinningspunten. Als de spelers overeenkomen de buit te verdelen, verslaan ze het monster gezamenlijk. De buit is echter beduidend minder!