intro
De spelers proberen door het taktisch uitspelen van kaarten zoveel mogelijk slagen te winnen en als eerste zijn kaarten uit te spelen.
materiaal
60 kaarten onderverdeeld in 5×11 verschillende dieren: egels, ijsberen, krokodillen, leeuwen, muizen, olifanten, orca's, roofvissen, vissen, vossen, zeerobben en 4 muggen en 1 kameleon (=Joker)
begin
De kaarten worden geschud en onder de spelers verdeeld. Elke speler neemt zijn kaarten in zijn hand.
Op elke kaart staat een dier afgebeeld. Daarnaast toont de kaart welke dieren hoger in rangorde zijn.
He spel wordt gespeeld in verschillende rondes. Eerst speelt elke speler voor zich. Later worden er teams gevormd. Het spel wordt gespeeld in de richting van de klok.
verloop
De startspeler kiest één of meer kaarten van dezelfde soort uit zijn hand en legt deze open neer. De volgende speler moet dit bod verhogen of passen. Hij kan kiezen:
- Of hij speelt van dezelfde diersoort net één kaart meer.
- Of hij speelt net zoveel kaarten van een diersoort die hoger in rang is.
- Of hij past.
Nu gaat de beurt naar de volgende speler, die dezelfde keuze moet maken.
De kameleon fungeert als joker: hij neemt de vorm aan van elke diersoort die gelijk met hem wordt uitgespeeld. Daarnaast kan een mug een olifant worden, als hij samen met minstens één olifant wordt uitgespeeld.
Als een speler gepast heeft, kan hij, als hij deze ronde weer aan de beurt is, gwoon weer meespelen.
Het spel gaat door tot alle spelers na elkaar gepast hebben. De speler die het laatst één of meer kaarten gespeeld heeft, wint deze slag. Hij neemt alle gespeelde kaarten en legt deze gedekt voor zich neer. Hij is de volgende startspeler.
Zodra een speler zijn laatste kaart heeft gespeeld, ligt hij uit het spel. Er wordt net zolang doorgespeeld tot de voorlaatste speler al zijn kaarten heeft gespeeld. De laatste slag wordt niet meegeteld. Nu worden de punten geteld: de speler die het eerst al zijn kaarten heeft afgelegd ontvangt net zoveel punten als er spelers zijn. De volgende speler ontvangt 1 punt minder. De speler die niet al zijn kaarten heeft gespeeld ontvangt geen punten!
De kaarten worden geschud en een nieuwe ronde begint. Nu vormen de spelers afhankelijk van het aantal spelers en de gehaalde punten verschillende teams. De speler met de laagste totaalscore geeft zijn teamgenoot gedekt twee kaarten uit zijn hand. Zijn teamgenoot kiest twee kaarten uit zijn hand en geeft deze gedekt aan zijn teamgenoot. Als de speler met de laagste totaalscore aan de beurt is mag hij zijn teamgenoot om assistentie vragen. Deze mag beslissen of hij een kaart uit zijn hand wil bijpassen om zo zijn teamgenoot te helpen.
Bij de volgende tellling is er naast de individuele score, ook een teamscore:- Teamscore: beide teamgenoten ontvangen de som van puntentelling zoals hiervoor beschreven.
- Individuele score:
- Elke leeuw in zijn gewonnen slagen telt voor 1 punt.
- Het ontbreken van een egel in zijn gewonnen slagen levert 1 minpunt op.
eind
Het spel eindigt zodra meer dan twee spelers een eindscore van ten minste 19 punten hebben bereikt. De speler met de meeste punten is de winnaar van het spel.
strategie
Je wilt zo snel mogelijk je kaarten uitspelen. Dat wordt moeilijk als je alleen lage diersoorten in je hand overhoudt of allemaal verschillende diersoorten!
Probeer een beetje bij te houden hoeveel kaarten van de verschillende diersoorten reeds gespeeld zijn om in te schatten wat er nog in het spel is. Zo kun je In de tweede en volgende rondes een vos het beste gebruiken om een egel te slaan. Maar ja, zolang er nog ijsberen, krokodillen, leeuwen en olifanten in het spel zijn . . .
waardering van andere sites
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 7.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 7. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 7 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]